Toen Adolf Erik Nordenskiöld in 1878 van Göteborg naar Japan reisde, was hij de eerste die de zware route over de Noordelijke IJszee voor deze reis koos. Destijds duurde de expeditie meer dan een jaar en was ze extreem riskant.
Begin vorige week vertrok opnieuw een schip met de bedoeling de Noordoostpassage te bevaren. Ditmaal betreft het een containerschip van de Deense rederij Maersk. Het schip vertrok vanuit Vladivostok, laadde elektronica in Busan, Zuid-Korea, en zal naar verwachting op 9 september aankomen in Sint-Petersburg. De Venta zal 14.000 kilometer afleggen, grotendeels door vrieskou. Dit is 6.000 kilometer minder dan de momenteel geprefereerde route via de Straat van Malakka en het Suezkanaal.
Het project is echter niet economisch haalbaar – althans nog niet. Hoewel de Noordoostpassage tot wel 14 dagen reistijd bespaart, een aanzienlijke hoeveelheid scheepsdiesel en de kosten voor de doorvaart door het Suezkanaal, vereist het de begeleiding van Russische ijsbrekers met kernenergie, wat de kosten van de reis opdrijft. Bovendien is de passage momenteel slechts enkele maanden per jaar bevaarbaar; naar verwachting zal het nog zo'n tien jaar duren voordat het smeltwater van de poolgebieden voldoende is gevorderd om vrachtvervoer via het noorden economisch rendabel te maken.


